NUMERUS CLAUSUS : het hek op de dam.
Te veel dokters schrijven te veel voor, en dat kost de ziekteverzekering te veel. Zo eenvoudig lijkt het probleem, en dus was de oplossing ook gauw gevonden : minder dokters. Nu de Vlaamse onderwijsminister bezweken is onder de druk van de vreemde coalitie van artsensyndicaten en verdedigers van de sociale zekerheid kan ge¬vreesd worden dat de maatregel er binnenkort zal komen. Een merkwaardig snel einde van een jarenoude maatschappelijke consensus voor de vrije studiekeuze.
Zal numerus clausus echter zelfs maar een gedeeltelijke oplossing bieden voor de medische overconsumptie ? We zijn zeker van niet. Omdat de geneesheren hun inkomen niet halen uit de genezing en het welzijn van hun patiënten, maar uit het voorschrijven van prestaties.
Wat zal het gevolg zijn van de numerus clausus ? Dat minder artsen nog méér zullen kunnen voorschrijven. En dat de overnameprijs van een dokterskabinet de hoogte zal ingaan. De concurrentie wordt wat verminderd, de geldhonger van vele dokters niet. Denken de voorstanders van de numerus clausus nu echt dat de resterende dokters gaan zeggen ; nu heb ik genoeg verdiend, ik schrijf wat minder voor ? Is het niet waarschijnlijk dat ze het gat in de markt zullen vullen door nog wat méér pillen te gaan draaien ?
Uiteraard is er een probleem waarbij jonge dokters om een nog beperkt inkomen te verwerven uit een schaars aantal patiënten, relatief nog wat méér gaan voorschrijven dan de oudere. Maar durft hier iemand stellen dat alleen zij zich hieraan bezondigen ? Zijn het enkel jonge dokters die patiënten langer dan nodig opnemen in het ziekenhuis, onnodige onderzoeken en behandelingen verrichten op soms terminale patiënten, een echelonnering van de gezondheidszorg afwijzen of zich zoals artsenleider Beckers een pensionnering op 65 jaar een schending van mensenrechten vinden? Het probleem van de nieuw gevestigde artsen zal trouwens in de toekomst even groot blijven, of denkt men er aan om de patiënten verplicht te herverdelen ?
Zelfs de amper van linkse sympathieën te verdenken Franse auteur Michel Albert schrijft in Kapitalisme tegen Kapitalisme “Voor de gezondheidszorg is de vrije markt, die is gebaseerd op de individuele financiële belangen van de arts, niet altijd het beste systeem, verre van dat. Ik leid daaruit af dat de gezondheidszorg een sector is waarop je niet zonder meer het marktmechanisme kunt loslaten”.
De vrije studiekeuze wordt hier nu aangepakt, de vrijheid om zoveel voor te schrijven als mogelijk wordt amper in vraag gesteld. Er zijn trouwens twee totaal andere sectoren die ons hierover iets kunnen leren : de boeren en de ingenieurs.
Ook de boer haalt zijn inkomen niet uit de bevrediging van onze voedselbehoefte, maar uit zijn individuele productie. Door de lage prijzen voor zijn producten, stond hem niets anders te doen dan zoveel mogelijk te gaan produceren. Waardoor we nu met een melkplas, boterberg en vleesstapel zitten. Nochtans is het aantal boeren al die jaren stelselmatig gedaald.
Maar dit belet niet dat de resterende elk individueel geprobeerd hebben om het maximum uit het systeem te halen. Je kon het zo ook niet echt verwijten, het inkomen van de boer ligt vele malen lager dan die van dokters. Maar ook hij zit met een agro-industrie, die zoals de farmaceutische nijverheid, alle belang heeft bij een overmatige omzet. De E.G, zoals de sociale zekerheid, betaalt toch.
Ingenieurs in overheidsdienst krijgen traditioneel een productiviteitspremie, berekend als een percent op de kostprijs van het project, niet op de kwaliteit of het nut ervan. Niemand zal stellen dat er teveel ingenieurs zijn, nochtans is aan die overconsumptie van overheidsbeton nooit een einde gekomen. Omdat ze persoonlijk belang hebben bij grote uitgaven, niet bij goede projecten.
Dit is dus een pleidooi om het inkomen van de geneesheren niet te laten afhangen van het aantal bezoeken en onderzoeken, maar van de kwaliteit van zijn dienstverlening. Het hoeven daarom echt nog geen loonarbeiders te worden, ook een verbeterde variant op een Amerikaans systeem waarbij de ziekenhuizen niet meer per handeling maar per ziekte¬ een vast bedrag ontvingen is mogelijk. De gemiddelde prijs van de genezing van bv. een grieppatiënt is best te bepalen, dus betaal je voor die genezing, niet voor het aantal overbodige onderzoeken die men bij die gelegenheid laat doen.
Wat de numerus clausus zelf betreft, is ons verzet voornamelijk ingegeven door het ondemocratische en onwerkbare van dergelijke maatregelen. De universiteiten van Gent en Leuven zijn al begonnen met een polemiek rond de uitvoeringsmodaliteiten. De centen, niet de studenten staan hierbij voorop. De studenten voor het eerste jaar selecteren is de grootste onzin, want de selectie slaat dan op de humaniora-prestaties. Maar testen na een “multidisciplinair jaar” met veel wetenschappen is ook niet alles, want dan test je eigenlijk of de student in kwestie om het even wat kan doen, niet of hij een goed dokter zou kunnen worden.
Hoe dan ook betekent zo’n stelsel van vastgestelde contingenten, dat je kansen niet afhangen van je absolute prestaties, maar van je relatieve positie binnen de groep kandidaten van dat jaar. En wie tijd en vooral geld heeft, zal zonder problemen kunnen wachten op betere tijden. Zoals de rijkere Nederlandse student de numerus clausus in zijn land kon ontwijken door naar hier te komen. De ietwat armere kandidaat-dokter kan het dan wel vergeten. Alvast geen maatregel om de gilde der doctoren wat te democratiseren.
En wat met de “overtollige” studenten. Ik neem zonder meer aan dat de onderwijsminister zich niet tot doel stelt het totale aantal studenten in het hoger onderwijs te verminderen. Wat dus betekent dat die ex-geneeskundestudenten naar andere richtingen trekken. Waar ze op hun beurt voor een “teveel” kunnen zorgen. Wie met numerus clausus een arbeidsmarktbeleid gaat voeren, kan dit op termijn onmogelijk beperken tot één studierichting. Deze numerus clausus wordt dus de voorbode van een algemenere maatregel. Nu het systeem bespreekbaar is, zijn er nog wel een aantal lobby’s die achter zich de deur willen dichtgooien. Heden ik, morgen gij.
Het gedrag van de geneeskundestudenten in deze is trouwens ronduit ontgoochelend. Dokters willen een strenge vestigingswet en geen pensioen op 65 jaar, het merendeel der geneeskunde studenten wil een selectie na het eerste jaar, en eerstejaars zien liever een selectie na het secundair onderwijs. En zo’n stel egocentristen krijgt ooit mijn gezondheid in handen ? Er zijn geruststellender gedachten.
Nog één woord over het “Hollands probleem”. Het grote aantal buitenlandse studenten die hier hun numerus clausus komt ontwijken is geen probleem voor onze ziekteverzekering maar wel voor het onderwijsbudget. De Vlaamse overheid betaalt hier de opleiding van Nederlandse dokters die na afloop opnieuw ginder gaan werken. Een compenserende stroom in tegengestelde richting bestaat nauwelijks. Nu zou dit probleem zich oplossen indien Nederland de Numerus Clausus zou afschaffen. Maar dat kan ik van hieruit niet oplossen. Alhoewel de E.G. die het anders zo sterk heeft voor het vrije verkeer van personen, al een stuk stiller is wanneer het over de vrije studiekeuze van jongeren in hun eigen land gaat.
Een mogelijke piste zou echter zijn om met Nederland en Duitsland te bepleiten dat België enkel de studenten moet toelaten die ook in hun eigen land voldoen aan de voorwaarden om geneeskunde te studeren. Die voorwaarde is ginder echter niet enkel het middelbaar onderwijs afgewerkt te hebben, maar ook de selectie voor het hoger onderwijs gepasseerd te zijn. Waardoor we nog enkel de Nederlandse studenten opnemen die om academische redenen voor België kiezen, niet diegenen die de numerus clausus komen ontwijken. Niet echt solidair met de Nederlandse studenten, maar het kan hen alleen maar sterken om binnenshuis eens schoon schip te maken met de studentenbeperkingen.
De Vlaamse jongeren beseffen misschien niet half hoe gelukkig we moeten zijn dat onder meer door twintig jaar studentenstrijd tegen numerus clausus, zij niet naar het buitenland moeten trekken om de studies van hun keuze en begaafdheid te volgen. Het wordt nu tijd om naast het monument van de sociale zekerheid, ook het afbrokkelende monument van de democratisering van het onderwijs te ondersteunen.
Geert MAREELS
Nationaal Voorzitter
Jongsocialisten